De Drie Zussen

De brug ging net open en ik minderde vaart. Ik liet mijn bus freewheelen totdat ik moest aansluiten in de rij. De zon scheen de cabine in. Rechts van me zag ik langzaam de schepen in beweging komen. Het was een stralende dag, ik wilde net gaan opbellen om te zeggen dat ik wat later zou gaan arriveren vanwege de open brug toen mijn telefoon begon te rinkelen. Aan de ander kant klonk een heldere blije stem: “Bent u al onderweg?” “Ja zeker, ik wilde u net opbellen, maar u bent mij voor. Ik sta voor een geopende brug.” “Ja, dat weet ik, de brug gaat altijd open rond deze tijd.” “Oh, hoe weet u dat?” “Ik ben geboren in deze streek, maar doet u rustig aan, we staan buiten in het zonnetje.”

De autonavigatie loodste mij naar de straat waar ik moest wezen. Het was inderdaad vlakbij de brug waar ik had gewacht. Het huisnummer kon ik zo snel niet zien en ik reed er voorbij voordat ik het door had. Ja, daar moet ik toch zijn. Maar daar staan drie dames?! Ik parkeerde mijn bus en liep de oprit op. Die drie dames stonden kennelijk op mij te wachten en heetten mij hartelijk welkom. Het bleken zussen van elkaar, maar het liet geen enkele twijfel dat ze op zeer verschillende wijze hun levenspaden hadden bewandeld. Het had iets weg van een ballotagecommissie. Ik werd op milde wijze onderworpen aan hun oordeel wat duidelijk gevormd was door jarenlang zorgvuldig opgebouwde mensenkennis. “Zo, dus u bent pianostemmer”, zei de middelste zus die recht voor me stond. Van links voelde ik de observerende blik van de jongste zus, terwijl de oudste zus volkomen ontspannen aan mijn zij stond. “Ja, daar kan ik kort over zijn, ik ben pianostemmer”, zei ik. Een merkwaardige stilte volgde. Mijn ogen raakten een moment in lijn met de ogen van de middelste zus. “Ja, zeg het maar”, ontschoot me voor ik er erg in had. “Met pianostemmers, daar is iets mee, die hebben geen makkelijk leven”, zei de middelste zus op gedempte toon. “U lijkt mijn vader wel”, sprak ik, “die zei dat ook.” Dit bleek het einde van het gesprek en voor ik het wist en ietwat beduusd bleef ik achter met de oudste zus. De andere twee waren plots in het niets verdwenen. “Het is een mooie dag, vind u niet?”, sprak de oudste zus met een stem zo helder als glas. “Inderdaad, een mooie dag; een bijzondere dag.”

Op het pad voor het ouderlijk huis vertelde de oudste zus de familiegeschiedenis en haar voorliefde voor de fruitbomen, de vogels en het paradijs van haar jeugd. Het huis wordt nu verkocht. Ieder mens heeft zijn verhaal. “Zullen we dan nu naar de piano gaan kijken?”, vroeg ik. Haar ogen lichtten op. “Goed, maar let niet op de rommel, het huis is al jaren niet meer bewoond geweest, behalve door een kat.” Ik volgde haar door de gang en kwam de woonkamer in. De zon scheen naar binnen en inderdaad, daar stond een hele kleine piano bij het raam. Vanaf een afstand zag ik onmiddellijk dat de piano in een zeer deplorabele toestand verkeerde. Toen ik dichterbij kwam sprong een nijdige kat van de piano. Hij zat erbovenop. Hij beschouwde de piano duidelijk als zijn territorium en had deze intensief afgebakend. Ja, hij had erop geplast. En hoe!

 

Staande bij de piano wist ik niet wat ik nu moest gaan zeggen. Ik zocht naar gepaste woorden. Hoopvol keek mijn opdrachtgeefster, die naast mij stond, mij aan. “Maar mevrouw, de kosten voor herstel zullen zo te zien ver boven de dagwaarde uitstijgen.” Ik zag een teleurgesteld, verontwaardigd gezicht mij bezien. “Maar ik kan hem toch zomaar niet weggooien?”, zei ze. “Ja, dat kan ik niet voor u beoordelen, maar ik beschouw het ook als mijn taak om u zo goed mogelijk voor te lichten, zodat u een juiste beslissing kunt nemen.” Ze knikte. Het leek of ze aan de grond genageld stond en het bleef stil. Geen woord. De stilte duurde maar voort en ik begon te beseffen dat ik aan zet was. Ik kreeg een ingeving. “Goed,” zei ik, “ik heb een voorstel, ik neem de piano nu mee, dan is hij hier weg, breng hem naar het atelier en maak later een offerte voor u op. Als het u niet past of te duur is, betaalt u alleen een bijdrage voor het transport en afvoer van het instrument. Even goede vrienden.” Ze straalde. We hebben niet veel meer gezegd tegen elkaar en bewaarden onze stilte. Ieder was in zijn eigen innerlijke wereld.

Ik reed terug naar huis met de kleine katpiano in mijn bus, verzonken in mijn gedachten. De zon scheen prachtig aan de hemel. Het was inderdaad een prachtige en bijzondere dag.

1 reactie

  1. 24 juli 2019 at 08:06

    inspirerend verhaal Ton!. Wanneer de temperatuur is gedaald laat ik mijn tekenmateriaal een weg zoeken. Wie weet wordt er iets zichtbaar dat jou bevalt. vriendelijke groet Ellen Haarhuis


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *